banenr

Halfmasker met deeltjesfilter (8228V-2 FFP2)

Model: 8228V-2
Stijl: bekertype
Draagtype: hoofd hangend
Klep: Ja
Filtratieniveau: FFP2
Kleur: Wit
Norm: EN149:2001+A1:2009
Verpakkingsspecificatie: 20 stuks/doos, 400 stuks/karton


Productdetails

Informatie

AANVULLENDE INFORMATIE

Materiaalsamenstelling
De bovenste laag is gemaakt van 45g non-woven materiaal. De tweede laag is gemaakt van 45g FFP2-filtermateriaal. De binnenste laag is gemaakt van 220g acupunctuurkatoen.

Halfmasker met deeltjesfilter

  • Vorig:
  • Volgende:

  • Wat zijn de voordelen van maskers met ademhalingsautomaten?
    Het masker-ademventiel is geschikt voor een relatief warme omgeving. Het ademt beter bij het uitademen en het inademventiel sluit automatisch, wat het gebruikseffect absoluut niet beïnvloedt.

    Vergeleken met gewone gezichtsmaskers zijn maskers met ademhalingsventielen geschikter voor zware omstandigheden en bevorderen ze de ademhaling. In vochtige en warme werkomgevingen met slechte ventilatie of bij intensief werk kan het gebruik van een masker met ademhalingsventiel u helpen om comfortabeler uit te ademen.

    Het werkingsprincipe van het ademhalingsventiel is dat de positieve druk van het uitgeademde gas de klepplaat opent tijdens het uitademen, waardoor het afvalgas snel wordt afgevoerd en het benauwde en warme gevoel bij het gebruik van het masker wordt verminderd. De negatieve druk tijdens het inademen sluit het ventiel automatisch om inademing van schadelijke stoffen uit de omgeving te voorkomen.

    Gezichtsmasker met acupunctuurkatoen
    Acupunctuurkatoen wordt in de industrie voor wegwerpstofmaskers ook wel 'naaldviltkatoen' genoemd. Naaldviltkatoen voor maskers is een soort maskermateriaal dat wordt gemaakt door middel van naaldvilten. Het wordt ook wel stofdicht masker genoemd na de verwerking van maskers. Naaldviltkatoen voor maskers is een soort filtermateriaal dat wordt gemaakt van polyestervezels door middel van naaldvilten. Tijdens de passage door dit filtermateriaal wordt het stof in de lucht tussen de vezels geadsorbeerd, wat een rol speelt bij het voorkomen van stofvorming.

    Naaldgeperforeerde katoenen maskers zijn geschikt voor de mijnbouw, bouw, gieterijen, slijperijen en farmaceutische industrie, land- en tuinbouw, bosbouw en veeteelt, metrotechniek, aluminiumbewerking, elektronische en elektrische apparatuur, instrument- en instrumentfabricage, voedselverwerkende industrie, cementfabrieken, textielfabrieken, gereedschaps- en ijzerwarenfabrieken, plaatbewerking, polijsten, snijden, demontage en breken. Ze beschermen effectief tegen non-ferrometalen, zware metalen en andere schadelijke stoffen, en blokkeren glasvezels, asbest en andere schadelijke stoffen.

    Drukverschil is een van de testmethoden om het masker te evalueren.

    Testmethode – Drukverschil
    Het drukverschil, of de drukval, geeft aan hoe gemakkelijk het is om door het filtermateriaal te ademen. Het drukverschil wordt over het algemeen bepaald door de luchtdruk aan beide zijden van het filtermateriaal te meten, terwijl de lucht met een bekende snelheid door het filtermateriaal stroomt. Het drukverschil is het verschil tussen de twee luchtdrukken. Een laag drukverschil betekent dat de lucht gemakkelijk door het filtermateriaal stroomt, waardoor het gemakkelijker is om erdoor te ademen. Voor een gegeven experimentele opstelling zal het verlagen van de luchtsnelheid het drukverschil verkleinen en het vergroten van de dikte van het filtermateriaal het drukverschil vergroten.

    Het drukverschil wordt doorgaans weergegeven in de eenheid pascal (Pa) (1,0 Pa = 0,102 mmH₂O). Sommige drukverschilnormen voor chirurgische maskers gebruiken de eenheid Pa/cm², die geen fysieke betekenis heeft. Deze tests specificeren echter het oppervlak van het geteste maskermateriaal, dus de waarden zijn vermenigvuldigd met het geteste oppervlak om een ​​fysiek betekenisvolle eenheid, Pa, te verkrijgen.

    EN 149:2001
    In Europa moeten filtermaskers voldoen aan de eisen van de norm EN 149:2001 (+ A1: 2009). Deze norm stelt onder andere dat deze maskers specifieke eisen moeten stellen aan ademend vermogen, lekkage naar binnen, ontvlambaarheid, CO2-accumulatie, enz. De norm EN 149:2001 (+ A1: 2009) vereist dat het filtervermogen van de maskers wordt getest met zowel een aerosol van NaCl-deeltjes met een mediaandiameterverdeling tussen 0,06 en 0,10 μm als met een aerosol van paraffineoliedeeltjes met een mediaandiameterverdeling tussen 0,29 en 0,45 μm. Er is geen test vereist voor de bacteriële filtratie-efficiëntie. Op basis van hun filtercapaciteit worden de filtermaskers ingedeeld in type FFP1 (filtratiecapaciteit van NaCl-aerosol en paraffineolie gelijk aan 80%), FFP2 (filtratiecapaciteit van NaCl-aerosol en paraffineolie gelijk aan 94%) en FFP3 (filtratiecapaciteit van NaCl-aerosol en paraffineolie gelijk aan 99%).