Positioneringsband
Model: ORP-PS-00
Functie
1. Minimaliseren van beweging op de operatietafel
2. Zacht, maar toch sterk om een goede positionering te garanderen voor veiligheid en comfort van de extremiteit
Dimensie
50,8 x 9,22 x 1 cm
Gewicht
300 gram
Productparameters
Productnaam: Positioner
Materiaal: PU-gel
Definitie: Een medisch hulpmiddel dat in een operatiekamer wordt gebruikt om de patiënt te beschermen tegen doorligwonden tijdens een operatie.
Model: Voor verschillende chirurgische posities worden verschillende positioneerders gebruikt
Kleur: Geel, blauw, groen. Andere kleuren en maten zijn mogelijk.
Producteigenschappen: Gel is een soort materiaal met een hoog moleculair gewicht, met goede zachtheid, ondersteuning, schokabsorptie en drukweerstand, goede compatibiliteit met menselijke weefsels, röntgendoorlaatbaarheid, isolatie, niet-geleidend, gemakkelijk schoon te maken, gemakkelijk te desinfecteren en ondersteunt de groei van bacteriën niet.
Functie: Voorkom decubitus veroorzaakt door een lange gebruiksduur
Producteigenschappen
1. De isolatie is niet-geleidend, gemakkelijk te reinigen en te desinfecteren. Het bevordert geen bacteriegroei en is goed bestand tegen temperaturen van -10 °C tot +50 °C.
2. Het biedt patiënten een goede, comfortabele en stabiele fixatie van hun lichaamshouding. Het maximaliseert de blootstelling van het operatiegebied, verkort de operatietijd, maximaliseert de drukverdeling en vermindert de kans op decubitus en zenuwbeschadiging.
Waarschuwingen
1. Was het product niet. Als het oppervlak vuil is, veeg het dan af met een natte doek. Voor een beter resultaat kunt u het ook reinigen met een neutrale reinigingsspray.
2. Reinig na gebruik het oppervlak van de positioneerders tijdig om vuil, zweet, urine, enz. te verwijderen. De stof kan na het drogen op een koele plaats op een droge plaats worden bewaard. Plaats na opslag geen zware voorwerpen op het product.
Rugligging is de meest gebruikte chirurgische positie. Er dient een positioneringsband te worden gebruikt.
• Veel voorkomende verwondingen die verband houden met de rugligging zijn decubitus aan het achterhoofd, de schouderbladen, de borstwervels, de ellebogen, het heiligbeen en de hielen.
• Armen moeten aan de zijkanten worden vastgezet of op armsteunen worden geplaatst
• De positioneringsband moet over de dijen worden geplaatst, ongeveer 5 cm boven de knieën, met een laken of deken tussen de band en de huid van de patiënt. De band mag niet te strak zitten om compressie- en wrijvingsblessures te voorkomen.
• De hielen van de patiënt moeten indien mogelijk van het onderliggende oppervlak worden opgetild
Algemene veiligheidsmaatregelen voor de Trendelenburg-positie:
(1) Letsels aan de plexus brachialis worden geassocieerd met het gebruik van schouderbraces. Vermijd indien mogelijk het gebruik van schouderbraces; indien nodig dienen de braces goed opgevuld te zijn. De braces moeten aan de buitenkant van de schouder worden geplaatst, uit de buurt van de nek.
(2) De veiligheidsband moet 5 cm boven de knieën worden geplaatst. Deze mag niet te strak zitten om compressie- en wrijvingsblessures te voorkomen.
(3) De operatietafel moet langzaam in de positie met het hoofd naar beneden worden gebracht om de fysiologische processen van het lichaam van de patiënt te laten wennen, en moet aan het einde van de chirurgische ingreep ook langzaam waterpas worden gezet. De Trendelenburg-positie verhoogt de intracerebrale en intraoculaire druk. Indien dit kan worden vermeden, mogen patiënten met een voorgeschiedenis van hoofdtrauma of intracraniële pathologie niet in de Trendelenburg-positie worden geplaatst.
Cardiovasculaire veranderingen worden waargenomen bij de Trendelenburg-positie. Indien dit vermeden kan worden, dienen patiënten met een voorgeschiedenis van cardiovasculaire aandoeningen, waaronder hartfalen en myocardinfarct, en met perifeer vaatlijden dat de veneuze terugstroom verstoort, niet in de Trendelenburg-positie te worden geplaatst.
De beweging van het middenrif wordt belemmerd door het gewicht van de buikorganen. De gecombineerde druk van de ingewanden en de verhoogde luchtwegdruk zorgen voor de ventilatie van de longen.
waardoor het middenrif tegen de ingewanden aanduwt, wat het risico op atelectase vergroot.
(4) Wanneer het hoofdeinde van het bed naar beneden wordt gekanteld, moet het chirurgische team de patiënt nauwlettend in de gaten houden om te voorkomen dat hij wegglijdt en een schuifblessure oploopt en/of van de operatietafel valt.
Opmerkingen: De veiligheidsgordel voor de operatietafel mag niet te strak om de patiënt worden bevestigd om druk te voorkomen die de bloedsomloop en wrijving kan belemmeren. De operatieassistent moet comfortabel twee vingers onder het middelste deel van de veiligheidsgordel kunnen steken om te controleren of deze veilig is aangebracht.